Kraal.

 
47325153_2284164311820265_7577002748927803392_n.jpg
 

Er zijn twee spelers in dit verhaal: een indiaan en een sterk wild paard. 

Andere krijgers probeerden vroeger het paard in te perken, maar het sprong telkens over de omheining en dan moesten ze het weer opjagen in de omliggende velden en bossen. Ze hebben het opgegeven. 

Nu is onze indiaan aan de beurt. Elke ochtend voedt hij het paard in de stal, en opent dan de staldeur zodat het mooie dier vrij kan ronddraven. En elke avond komen zijn vrienden lachend langs: "je paard is in mijn veld" of "je paard is in de heuvels" De indiaan gaat het paard halen, brengt het thuis, geeft het onderdak voor de nacht en begint opnieuw in de ochtend.

Het paard verkent de hele streek. Tot een vriend op een avond vertelt: "Je paard is onder de boom bij de rivier." En een paar nachten later vindt de indiaan het paard weer op die plek bij het water. Niemand hoeft de krijger vanaf nu nog te vertellen waar zijn paard is. Het is altijd onder de boom bij de rivier.

Het wilde paard heeft het land in alle richtingen verkend en het heeft de plaats gevonden waar het wil grazen en rusten. Dus verzamelt de indiaan planken en palen om daar een hek te bouwen. De anderen zeggen dat het zinloos is. Het paard zal over de omheining springen, net zoals het altijd deed. Maar de man bouwt de kraal toch, onder de boom bij de rivier.

En het paard probeert niet één keer te ontsnappen. 

Op een dag, dat weet onze ruiter, zal het gras opgegeten zijn of zal de wind uit een andere richting waaien, en dan zal het paard weer over het hek springen en gaan zwerven. Hij maakt zich er geen zorgen over. Het paard zal hem laten weten waar de kraal gebouwd moet worden.

Laat jezelf rondzwerven. En bouw dan je grenzen daar waar je steeds vaker blijft. Dat is de plaats waar jij comfortabel en tevreden bent, en van waaruit je het meest voor de wereld kan betekenen.

(Colin Beavan, 'How to be alive')

Ik ben hier. Hier staat mijn kraal. Het is er prachtig.